Lage rugklachten kunnen worden ingedeeld in aspecifieke- en specifieke lage rugklachten. Bij aspecifieke lage rugklachten ontbreekt er een aanwijsbare, specifieke structuur als oorzaak van de klachten. Bij specifieke lage rugklachten is dit wel het geval, zoals bijvoorbeeld een zenuwbeknelling bij een hernia. Bij 90% van alle rugklachten is er sprake van aspecifieke lage rugpijn.
Daarnaast kunnen lage rugklachten worden ingedeeld in acuut, subacuut en chronisch. De klachten worden acuut genoemd wanneer ze korter dan 6 weken bestaan, subacuut tussen 7-12 weken en chronisch wanneer de klachten langer aanhouden dan 12 weken.
Ondanks het ontbreken van een aanwijsbare, specifieke structuur als oorzaak voor de klachten, is het van belang te onderzoeken welke factoren hebben meegespeeld bij het ontstaan en/of behoud van de klachten. Naast factoren als houding, stress/spanning en/of overbelasting kunnen de volgende problemen meespelen.
In dit geval speelt stijfheid in de kleine gewrichten van de wervelkolom een rol bij het ontstaan van de klachten in combinatie met gespannen spieren in de lage rug- en bekkenregio. Dit kan vervolgens weer andere klachten tot gevolg hebben, zoals bil-pijn en/of pijn in de benen.
Bij gewrichtsartrose gaat de kwaliteit van het kraakbeenlaagje achteruit. Dit kan zorgen voor pijnklachten en stijfheid.
Dit is een wijdverspreide pijn welke ontstaat ten gevolge van triggerpoints (spierknopen). Vaak komt dit voor in combinatie met een van de andere beschreven klachten.
De lage rug- bekkenregio haalt zijn stevigheid voor een deel uit de vorm van de botten- en gewrichten, uit het gewrichtskapsel en de banden. Dit gedeelte wordt het passieve gedeelte genoemd, omdat je hier zelf geen invloed op kunt uitoefenen. Een ander gedeelte van de stevigheid van de lage rug- en bekkenregio wordt gehaald uit de samenwerking van de diepe buik- en rugspieren. Dit wordt de actieve stabiliteit genoemd. Wanneer dit niet goed functioneert kunnen er verschillende klachten op korte en lange termijn ontstaan.
De klacht is vernoemd naar een diep gelegen bilspier: de Piriformis. Onder deze spier door loopt een grote zenuw van de rug naar het been. Door zwelling, spanning en/of verkorting van de spier kan de zenuw bekneld raken. Dit kan pijnklachten geven in de bil en/of het been, met of zonder tintelingen.
Wanneer de wortel van een zenuw bekneld wordt, geeft dit pijnklachten in een specifiek gebied, vaak in combinatie met tintelingen, prikkelingen en/of doofheid. Daarnaast kan er krachtsverlies ontstaan.
In sommige gevallen is een operatie in de lage rug-regio noodzakelijk. Wanneer uw arts fysiotherapie adviseert na de operatie, kunnen wij u helpen bij het herstel van deze operatie.
Tijdens de intake onderzoekt de therapeut wat de oorzaak van uw klachten is en hoe dit verholpen zou kunnen worden. Daarnaast wordt bekeken hoe voorkomen kan worden dat de klachten terugkeren.